19 september 2023

Voor u ligt onze periodieke nieuwsbrief MercerNieuws Pensioenfondsen.

Met deze nieuwsbrief houden wij u op de hoogte van pensioenactualiteiten, ontwikkelingen in pensioenland en onze dienstverlening aan pensioenfondsen daaromtrent. De nieuwsbrief bevat korte berichten over de ontwikkelingen rondom de Wet toekomst pensioenen, juridische updates en actuariële en beleggingen-gerelateerde onderwerpen. Uiteraard lichten wij deze nieuwsbrief ook graag nader aan u toe, bijvoorbeeld tijdens uw bestuursvergaderingen.

Mercer Pensioenfondsenseminar op vrijdag 10 november a.s.

Op vrijdagmiddag 10 november vindt wederom ons jaarlijkse pensioenfondsenseminar plaats. We beloven er een informatieve en interactieve middag van te maken die voor een groot deel in het teken zal staan van de Wet toekomst pensioenen.
We zien u graag op 10 november in Kasteel Woerden!

Toeslagbesluit: Wat te doen? 

Door: Marc Heemskerk

Als na de zomer de “t” van toeslag in de maand komt, is voor veel pensioenfondsen het moment genaderd waarop besloten wordt over een eventuele toeslagverlening. Tot vorig jaar waren dit relatief eenvoudige beslissingen: ofwel de dekkingsgraad liet geen toeslagverlening toe, ofwel het Financieel Toetsingskader legde zulke hoge grenzen op dat automatisch het wettelijke kader werd gevolgd. Maar uw beslissing voor dit jaar is lastiger.

Ten eerste is er vermoedelijk wat te verdelen, met een gemiddelde dekkingsgraad bij pensioenfondsen van meer dan 120%. Ten tweede mag (onder randvoorwaarden) wederom gebruik gemaakt worden van een verruimde toeslagverlening. Vanaf een dekkingsgraad van 105% is toeslagverlening toegestaan.

Pensioenfondsen met referteperiode juli-juli weten inmiddels dat de prijsindex 4,6% (niet-afgeleid) of 3,3% (afgeleid) bedraagt. Ook de referteperiode september-september en oktober-oktober komt veel voor. Bij deze pensioenfondsen is het cijfer nog ongewis. Vermoedelijk zal dit cijfer voor hen veel lager zijn, gegeven de extreme stijging in deze maanden in 2022. De inmiddels gedaalde energieprijzen kunnen zelfs nog tot deflatie leiden over genoemde referteperiodes.

Laten we toch veronderstellen dat het prijsindexcijfer positief is. Hoe komt u dan tot besluitvorming?

Uiteraard zijn er veel fondsspecifieke omstandigheden, maar als algemene richtlijn lijkt prudentie een goed uitgangspunt. Veel pensioenfondsen zullen gaan invaren naar het nieuwe stelsel en het vermogen op het invaarmoment is van groot belang. Doorgaans wordt zowel een solidariteitsreserve als een compensatiereserve gevormd, om het nieuwe contract een goede start te geven. De weging van dit belang is in onze ervaring minstens net zo groot als het toeslagbelang.
En dan de onzekerheidsmarge. Wellicht daalt de dekkingsgraad nog tot het invaarmoment en een eenmaal aan toeslag uitgegeven euro komt niet meer terug.
 
Een fondsbeleid voor uw toeslagbesluit zou dan kunnen zijn om de gewenste dekkingsgraad bij invaren, inclusief noodzakelijke en gewenste reserves plus een onzekerheidsmarge te bepalen en pas vanaf deze grens toeslagverlening toe te passen. Doorgaans volgt dan een dekkingsgraad van zo’n 110% tot 115%. Hierboven kan dan het volledige kapitaal aangewend worden voor toeslagverlening, uiteraard voor zover aanwezig. In veel gevallen zal met het bescheiden prijsindexcijfer dan toch nog volledige toeslagverlening mogelijk zijn. Zeker niet in alle gevallen overigens, de eerder genoemde dekkingsgraad van 120% is immers een gemiddelde, ook lagere dekkingsgraden komen voor.

De vraag is hoe bij onvolledige toeslagverlening de boodschap naar betrokkenen, met name pensioengerechtigden, wordt gebracht. Welnu, het pensioenfonds kan nu al besluiten dat bij het invaren de genoemde onzekerheidsmarge ingezet gaat worden voor toeslagverlening, mocht deze marge achteraf niet benodigd blijken. Bij invaren op 1 januari van enig jaar kan dit precies voorafgaand aan het invaren, wanneer er immers nog een toeslagmoment is. Maar bij het invaren is ook de mogelijkheid om 5% afwijkend van de standaardmethode te verdelen of de spreidingsperiode bij invaren te verkorten, van 10 jaar naar 1 jaar. Er blijven dus voldoende mogelijkheden over.

Van uitstel komt dan geen afstel. En mocht er wel afstel komen, dan is in ieder geval de uitgangspositie van het nieuwe stelsel beter gewaarborgd.

Keuzerecht bedrag ineens uitgesteld

Door: Pavel der Kinderen

(Demissionair) Minister Schouten heeft de Tweede en de Eerste Kamer laten weten dat invoering van het keuzerecht bedrag ineens per 1 januari 2024 niet (meer) haalbaar wordt geacht.
De minister geeft aan het belangrijk te vinden dat deelnemers goed worden geïnformeerd over het keuzerecht. Dit vergt allereerst goede informatie vanuit pensioenuitvoerders en daarnaast voldoende tijd voor een deelnemer om een weloverwogen keuze te kunnen maken.

De pensioensector heeft aangegeven dat er zes tot negen maanden voor invoering nodig zijn om ervoor te zorgen dat deelnemers tijdig over de keuzemogelijkheid worden geïnformeerd. Het wetsvoorstel herziening bedrag ineens zal na het zomerreces in de Tweede Kamer worden behandeld. Het keuzerecht bedrag ineens zal dus op zijn vroegst op 1 juli 2024 in werking treden.

Beleidsstandpunten Belastingdienst gepubliceerd

Door: Pavel der Kinderen

In verband met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen heeft het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst een tiental V&A gepubliceerd.

De gepubliceerde V&A hebben betrekking op:

  • Indexatie van het partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum;
  •  Imputatie op kapitaalbasis opgebouwd partnerpensioen bij overlijden vóór pensioendatum;
  • Uiterste moment vervroegde ingang ouderdomspensioen;
  • Overgangsrecht voortgezette premie-inleg bij arbeidsongeschiktheid;
  • Voorwaarden overgangsrecht progressieve premie;
  • Wijzigingen fiscale pensioenkader ten gunste van de (gewezen) werknemer;
  • Overgangsrecht nettopensioenregeling;
  • Bestaande pensioenregeling gefaseerd aanpassen aan Wtp;
  • Variabele uitkeringen uit een arbeidsongeschiktheidspensioen na invoering van de Wtp;
  • Maximering compensatiepremie en compensatiebedrag.

Transitiecommissie Pensioen benoemd

Door: Pavel der Kinderen

(Demissionair) Minister Schouten heeft de leden van de (tijdelijke) Transitiecommissie Pensioen benoemd. Bij de samenstelling van de Transitiecommissie is gezocht naar expertise op verschillende terreinen, waaronder pensioen en arbeidsvoorwaarden, actuariaat en mediation. 

De Transitiecommissie heeft tot doel ondersteuning te bieden aan sociale partners, dan wel werkgever en werknemers, die niet tot overeenstemming kunnen komen over de gewijzigde pensioenregeling en de transitie naar deze wijziging.

De Transitiecommissie opereert onafhankelijk. De Transitiecommissie kan bemiddelen of een bindend advies geven. Een bindend advies wordt gegeven als partijen hierom gezamenlijk verzoeken en daarbij vooraf overeenkomen dat zij zich zullen houden aan het bindend advies van de commissie. 

Een verzoek tot bemiddeling door de Transitiecommissie moet vóór 1 januari 2024 worden ingediend bij de Transitiecommissie als partijen de pensioenovereenkomst willen laten uitvoeren door een pensioenfonds en vóór 1 januari 2025 als partijen deze willen laten uitvoeren door een verzekeraar of premiepensioeninstelling.

Een verzoek tot het bindend adviseren door de Transitiecommissie moet vóór 1 juli 2024 worden ingediend bij de Transitiecommissie als partijen de pensioenovereenkomst willen laten uitvoeren door een pensioenfonds en vóór 1 januari 2026 als partijen deze willen laten uitvoeren door een verzekeraar of premiepensioeninstelling.

Downgrade Verenigde Staten door Fitch 

Begin augustus 2023 verlaagde het ratingbureau Fitch de langetermijnrating van de Verenigde Staten van AAA naar AA+, nadat de rating van de staatsschuld in mei 2023 op een negatieve watch list was geplaatst te midden van de meest recente impasse in het Amerikaanse schuldenplafond. Deze afwaardering is de eerste dergelijke gebeurtenis sinds de afwaardering van Amerikaanse staatsobligaties door S&P in augustus 2011 onder vergelijkbare omstandigheden.

Mercer verwacht een beperkte impact op de beleggingsmarkten als gevolg van de downgrade van Fitch. De directe impact lijkt beperkt. De rente op staatsobligaties steeg de dag na de aankondiging, zij het marginaal, en ander nieuws, waaronder een sterk banenrapport, kan hebben bijgedragen aan de stijging van de rente. Wij denken niet dat beleggers hun portefeuillestrategie moeten wijzigen als gevolg van deze downgrade.

Lees hier het volledige artikel

 

Over de auteur(s)
Hanneke Hofmans

Business Leader Pensioenfondsen

Related products for purchase
    Related Solutions
      Related Insights
        Related Case Studies
          Curated